Paragraaf A: Lokale heffingen

Inleiding

De gemeentelijke heffingen zijn na de doeluitkeringen en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds de belangrijkste bron van inkomsten. In de paragraaf Lokale heffingen doen wij verslag van:

  • de opbrengsten per lokale heffing;
  • het volume en bedrag aan kwijtscheldingen;
  • de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing;
  • de (historische ontwikkeling van de) lokale lastendruk.

De paragraaf bevat tevens informatie over het rijks- en gemeentelijk beleid met betrekking tot de gemeentelijke belastingen en beschrijft de consequenties voor de belastingplichtigen.

Lokale heffingen

Binnen de lokale heffingen wordt onderscheid gemaakt tussen heffingen die:

  • het gevolg zijn van wettelijke taken, die we als gemeente moeten uitvoeren (de gebonden heffingen);
  • onderdeel uitmaken van het gemeentelijke belastingbeleid (de vrij besteedbare heffingen).

Bij de gebonden heffingen is kostendekkendheid het uitgangspunt. De gebruiker betaalt in principe de integrale kosten van de geleverde producten en diensten. In de praktijk blijkt het bepalen van kostendekkendheid een lastig onderwerp. Wettelijk is bijvoorbeeld een aantal onderdelen bepaald, die niet in een uiteindelijk tarief mogen worden meegenomen. Jaarlijks worden met de begroting de mogelijkheden om een hogere mate van kostendekking te realiseren bekeken. Tevens wordt ieder jaar onderzocht of nieuwe inkomstenbronnen kunnen worden aangeboord. Randvoorwaarde hierbij is uiteraard dat deze gebonden heffingen doelmatig worden ingezet.

De vrij besteedbare heffingen zijn een belangrijk politiek instrument en maken integraal onderdeel uit van het gemeentelijk (belasting-)beleid. Het uitgangspunt bij deze onderwerpen is dat de eventuele stijging niet hoger is dan de landelijke inflatieontwikkeling. Dit is ook voor het jaar 2016 het uitgangspunt geweest.

Heffingen

Begroot
2017

Begroot
2016

Realisatie
2015

Gebonden heffingen

Markten en kermissen

44.230

43.654

26.332

Secretarieleges

297.470

320.489

489.664

Principeverzoeken

23.315

52.273

0

Bouwleges

451.984

449.959

599.498

Afvalstoffenheffing

2.096.305

2.096.305

2.569.560

Rioolheffing

1.633.990

1.617.501

1.611.348

Totaal Gebonden heffingen

4.547.294

4.580.181

5.296.402

Vrij besteedbare heffingen

Toeristenbelasting

212.628

211.675

202.747

OZB Niet-woningen gebruikers

1.225.551

1.220.061

1.212.180

OZB Niet-woningen eigenaren

1.707.220

1.699.572

1.681.442

OZB Woningen eigenaren

2.513.280

2.502.021

2.453.868

Hondenbelasting

120.931

120.389

123.472

Totaal Vrij besteedbare heffingen

5.779.610

5.753.718

5.673.709

Totaal opbrengsten

10.326.904

10.333.899

10.970.111

Kwijtscheldingen

Zoals binnen onze gemeente gebruikelijk bestaat de mogelijkheid om voor de aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffingen jaarlijks een verzoek om kwijtschelding in te dienen. Personen die binnen de daarvoor geldende regels vallen (betrokkenen hebben geen vermogen en de betalingscapaciteit is te laag om de aanslag te betalen), kunnen door het indienen van een dergelijk verzoek voor één of meerdere opgelegde belastingen (rioolheffing / afvalstoffenheffing) kwijtschelding ontvangen. Op basis van vastgestelde rijksnormen en richtlijnen zijn de ingediende verzoeken beoordeeld. Over de jaren 2012 tot en met 2017 is het volgende overzicht te geven:

Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen

Jaar

Begroot

Werkelijk

2012

€ 103.708

€ 112.382

2013

€ 111.109

€ 114.970

2014

€ 111.109

€ 115.454

2015

€ 111.109

€ 121.740

2016

€ 111.109

NTB

2017

€ 111.109

NTB

Rioolrecht en afvalstoffenheffing

Jaarlijks worden bij de opstelling van de (meerjaren-)begroting op basis van het principe van 100% kostendekkendheid de tarieven van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing bepaald. In de kosten van de riolering wordt voorzien door rioolheffing. Bij gemeentereiniging worden de kosten gedekt uit de afvalstoffenheffing.

Op grond van de notitie van de commissie BBV van november 2014 hebben we de egalisatiereserve afval en de reserve riolering omgevormd tot voorzieningen. De commissie geeft als reden hiervoor aan, dat het via de riool-en afvalstoffenheffing geïnd geld altijd voor dit doel moet worden aangewend. Omdat (bestemmings)reserves in principe vrij besteedbaar zijn, hebben we de egalisatiereserve afval en de reserve riolering, op aanbeveling van de commissie BBV, omgezet naar een voorziening.

Bij de jaarrekening vindt de nacalculatie afvalstoffenheffing en rioolheffing plaats en worden eventuele voor- en nadelen verrekend met daarvoor bedoelde (nieuw gevormde) voorzieningen. Voor de begroting 2017 is onderstaand overzicht te geven, waarbij de cijfers zijn afgezet tegen de actuele begroting 2016:

Riolering

Reiniging

2017

2016

2017

2016

Kosten exploitatie

   1.595.733

  1.702.512

  2.143.615

   2.590.477

Verevening BTW

    387.481

 239.804

      227.906

       285.190

Totaal lasten

   1.983.214

 1.942.316

   2.371.521

   2.875.667

Totaal baten

1.637.300

1.617.501

2.509.223

  2.548.223

Resultaat

       -345.914

       324.815-

     137.702

     -327.444

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat (zie ook overzicht van reserves en voorzieningen):

  • na verwerking van het resultaat 2017, de voorziening riolering afneemt met € 345.914;
  • na verwerking van het resultaat 2017, de voorziening reiniging toeneemt met € 137.702.

Ontwikkeling van de lokale lastendruk

Jaarlijks brengt het Coelo (het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) een Atlas van de lokale lasten uit. Daarin is op het vlak van de lokale lastendruk een vergelijking van alle Nederlandse gemeenten gemaakt. De volgende tabel geeft de meerjarige ontwikkeling van de lokale woonlasten weer voor de jaren 2010 – 2016:

Jaar

Bruto-woonlasten

Brutowoonlasten

Rangnummer (nummer 1 heeft laagste lasten)

éénpersoons

meerpersoons

2010

€ 481

€ 553

25

2011

€ 491

€ 563

23

2012

€ 490

€ 568

16

2013

€ 500

€ 578

22

2014

€ 487

€ 581

23

2015

€ 493

€ 584

16

2016

€ 521

€ 609

29

Met bovenstaande woonlasten neemt onze gemeente in 2016 de 29e positie in van de in totaal 390 (deel)gemeenten (per 01-01-2016). Op de Coelo-lijst heeft de nummer 1-gemeente de laagste woonlasten (bij meerpersoonshuishoudens). Nummer 390 is de gemeente met de hoogste woonlasten.